93 procent van de niet-onderwijsvolgende hoogopgeleiden van 25 tot 35 jaar heeft een baan als werknemer of zelfstandige. Met een opleiding in informatica is het baanperspectief het hoogst, namelijk 96 procent. Afgestudeerden in journalistiek, maatschappijwetenschappen, talen en geschiedenis het laagste. 91 procent van hen vindt een baan. Dit blijkt uit een nieuwe analyse van het CBS.
Door deze toename van het aantal hoogopgeleide is ook het aantal hoogopgeleide werkende in de rest van beroepsbevolking toegenomen. Zo blijkt uit cijfers van het CBS dat 29 procent van de werkenden in een bedrijfseconomisch of commercieel beroep in 2003 een hbo- of wo-diploma had. In 2016 was dat 44 procent.
Van mensen met een zorgopleiding werkten twee op de drie daadwerkelijk in de zorg tussen 2014 en 2016. Hogeropgeleiden met een technische diploma hebben in de helft van de gevallen een technisch beroep. Niet alle studies sluiten echter goed aan op de arbeidsmarkt. Mensen met een diploma in talen, journalistiek en maatschappij werken juist vaak in een andere sector dan waar ze in zijn opgeleid.