In een overleg tussen het Ministerie van OC&W, de MBO Raad en JOB (Jongeren Organisatie Beroepsonderijs, red.) zijn nieuwe afspraken gemaakt over de kosten van het volgen van een mbo-opleiding. Volgens deze afspraken mogen mbo-studenten niet langer verantwoordelijk worden gehouden voor de kosten van materialen die nodig zijn voor het volgen van een opleiding.
Wie de opleiding tot kapper volgt, kan natuurlijk niet zonder kappersschaar. Hetzelfde geldt voor de koksschool en keukenmessen, en zo zijn er nog talloze andere voorbeelden te noemen. In het verleden was vaak onduidelijk wie er moest opdraaien voor de kosten van deze materialen, maar nu is afgesproken dat de verantwoordelijkheid hiervoor bij de opleiding ligt. De materialen blijven dan eigendom van de opleiding, en worden uitgeleend aan de studenten. Deze afspraken zijn gemaakt om de kosten voor het volgen van een opleiding zo laag mogelijk te houden. Minister Van Engelshoven: “Iedereen moet onderwijs kunnen volgen. Ook als je portemonnee minder goed gevuld is.”
Deze afspraak betekent echter niet dat er helemaal geen kosten meer zijn verbonden aan het volgen van een mbo-opleiding. Voor bepaalde zaken, zoals lesboeken en een laptop, moeten studenten nog steeds zelf de portemonnee trekken. Dit komt omdat deze spullen eigendom van de student zelf zijn. Opleidingen worden overigens wel verplicht om een portje met geld opzij te zetten, speciaal voor de minder welgestelde studenten die ook voor boeken en laptops niet voldoende geld hebben. Zo blijft het onderwijs voor iedereen toegankelijk.
Bron: Rijksoverheid