Nederlandse universiteiten en hogescholen hebben onderling afgesproken dat ze een numerus fixus willen invoeren voor alle Engelstalige opleidingen. Deze maatregel zou bedoeld zijn om het aantal buitenlandse studenten aan Nederlandse opleidingen te beperken. De onderwijsinstellingen reageren daarmee op de, al enige tijd breed geuite, kritiek op de internationalisering van het hoger onderwijs.
Critici van de internationalisering keren zich onder meer tegen de hoeveelheid buitenlandse studenten aan Nederlandse onderwijsinstellingen en tegen de groeiende rol die de Engelse taal in het hoger onderwijs speelt. Beide ontwikkelingen zouden ten koste gaan van de kwaliteit van het onderwijs. In het kader van de ‘verengelsing’ van het hoger onderwijs heeft Beter Onderwijs Nederland (BON) besloten om de universiteiten van Twente en Maastricht voor de rechter te dagen; deze instellingen zouden, in strijd met de wet, zonder gegronde reden veel opleidingen in het Engels aanbieden.
In een reactie op deze kritiek heeft minister Van Engelshoven (OC&W) aangegeven een wetswijziging te willen doorvoeren in het wetsartikel dat gaat over de taalkeuze in het hoger onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Daarbij wil ze de nadruk leggen op de blijvende toegankelijkheid van het onderwijs voor Nederlandse studenten. Wanneer onderwijsinstellingen ervoor kiezen een opleiding aan te bieden in een andere taal dan het Nederlands, dan zullen zij de meerwaarde hiervan moeten beargumenteren. De onderwijsinspectie zal worden gevraagd het nieuwe wetsartikel te handhaven. De exacte bewoordingen van de wetswijziging zijn echter nog niet bekend.
Hoewel deze plannen mogelijk grote invloed hebben op het aanbod van Engelstalige opleidingen in Nederland, zal er in elk geval het komende studiejaar nog niets veranderen. In de rechtszaak tegen de universiteiten moet nog een uitspraak worden gedaan, en voor het instellen van een numerus fixus moet eerst toestemming worden verleend door de minister. Het ministerie heeft nog niet gereageerd op de plannen van de hogescholen en universiteiten.
Bronnen: NRC, NRC en Rijksoverheid