Studenten gaan ook in het tweede jaar van hun studie minder vaak op kamers wonen. Eerder bleek al dat door de afschaffing van de basisbeurs eerstejaarsstudenten langer bij hun ouders bleven wonen, maar deze trend zet zich nu dus ook door bij tweedejaars studenten.
Dat blijkt uit een onderzoek van Kences, het kenniscentrum voor studentenhuisvesting. De organisatie doet jaarlijks onderzoek naar de woningsituatie van Nederlandse studenten. Kences bevestigde de cijfers tegen de Volkskrant.
‘Op kamers gaan wordt minder vanzelfsprekend’, concludeert directeur Ardin Mourik van Kences, dat het onderzoek uitvoerde. En dat komt volgens hem door het leenstelsel. ‘Daar moeten we alert op zijn. Het lijkt me onwenselijk dat op kamers gaan iets voor de elite wordt,’ aldus Mourik tegen de Volkskrant.
Vorig jaar verliet 26 procent van de studenten die aan een bachelorstudie begonnen hun ouderlijk huis om op kamers te gaan wonen. Twee jaar daarvoor, toen de laatste lichting studenten met een basisbeurs begon met studeren, was dat nog 38 procent.
En nu blijkt dat deze dalende trend zich door doorzet onder tweedejaars studenten. Met de studiebeurs woonde de helft van de tweedejaars studenten op zichzelf, nu is dat nog slechts 37 procent in het tweede jaar.
Bron: de Volkskrant